Bokser Poeder (42) maakt indruk bij rentree
Door: redactie
Don Diego Poeder slaat in op de Let Edgar Kalnars. © anp.
Don Diego Poeder is het boksen nog niet verleerd. De inmiddels 42-jarige Rotterdammer maakte vanavond tijdens zijn tweede comeback de nodige indruk. De oud-wereldkampioen was op een profgala in de Maasstad aanzienlijk sterker dan de 6 jaar jongere Let Edgar Kalnars, die liefst drie keer neerging.
Don Diego Poeder verslaat de Let Edgar Kalnars. © anp.
Na vier ronden was de puntenzege voor de meervoudige Nederlandse kampioen royaal en dikverdiend: 40-33 40-34 40-33.
Voor de imposante Poeder, die er redelijk afgetraind uitzag, was het zijn 26e zege in zijn 32ste profpartij. Kalnars incasseerde zijn 29ste nederlaag in zijn 54ste beroepsduel. Poeder liep al in de eerste ronde een spierscheuring op in zijn been, maar zette nadien dapper door. ‘Ik viel over een stoot heen. Maar de pijn was lekker’, reageerde hij stoer.
De ervaren Let kreeg al in de eerste ronde 8 tellen rust na een zwaar offensief van de thuisbokser. Kalnars wankelde daarna op zijn benen en werd nog net gered door de gong. Ook in de derde ronde moest de taaie Let op last van de arbiter 8 tellen pauzeren. Door zijn fysieke problemen kon Poeder zijn gewenste 20e knock-out in zijn loopbaan net niet afdwingen. Over zijn puntenzege bestond echter geen enkele twijfel.
Poeder beëindigde in 2007 zijn professionele loopbaan, 10 jaar nadat hij in het cruisergewicht de wereldtitel veroverde van de kleine WBU-organisatie. In 2012 keerde hij voor een afscheidspartij in zijn geboortestad Rotterdam voor de eerste keer terug in de ring. Die partij won hij destijds eveneens.
Een paar maanden geleden voelde Poeder, die als sportinstructeur altijd in training is gebleven, opnieuw de drang om een echte wedstrijd te boksen. Na dispensatie van de Nederlandse profbond en medische goedkeuring mocht de zwaargewicht zich begin deze maand weer profbokser noemen.
‘Niet om het geld, maar voor het gevoel’, liet hij weten. ‘Ik bekijk het nu per wedstrijd. Als ik nog op een goede en mooie manier kan winnen, ga ik door. Maar ik streef geen nieuwe profcarrière meer na.’
Zie interview in de Telegraaf